Veroorzaker
Stemphylium solani
S. lycopersici (syn: S. floridanum)
S. botryosum f. sp. lycopersici
Verspreiding
Wereldwijd
Symptomen
De bladlaesies verschijnen in eerste instantie als kleine bruinzwarte vlekjes. Deze laesies ontwikkelen zich tot grijsbruine, glazige hoekige laesies van ca. 3 mm (0,13 in.) doorsnee, die vaak omringd worden door een geel gebied. Uiteindelijk drogen ze op en ontstaan barsten in het centrum ervan. Als er veel laesies ontstaan, treedt vergeling van het blad op, gevolgd door bladverlies en uiteindelijk ontbladering van de plant. De vruchten en stengels worden niet door deze schimmel aangetast.
Lesions on abaxial leaflet surface
Voorwaarden voor ziekteontwikkeling
De schimmel kan van het ene jaar tot het volgende in de bodem en op plantenresten overleven. Bovendien dienen spontaan opgekomen tomatenplanten en andere nachtschadeachtige gewassen en onkruid als inoculatiebron. Vermoed wordt dat ook geïnfecteerde jonge planten een belangrijke inoculatiebron zijn. De schimmelsporen worden vanaf het oppervlak van geïnfecteerd weefsel verspreid door wind en spattend water. Warm, vochtig of nat weer is bevorderlijk voor de ziekteontwikkeling. De ziekte kan ook een probleem zijn in droge gebieden, als er lange dauwperioden zijn of als sprinklerirrigatie wordt toegepast.
Bestrijding
Door het wijdverbreide gebruik van resistente variëteiten is het belang van deze ziekte afgenomen. Wanneer gevoelige variëteiten worden verbouwd, dienen fungiciden te worden gebruikt voor de ziektebestrijding.