Fusarium Verwelking (Fusarium)

Fusarium oxysporum f. sp. cucumerinum (komkommer)
Fusarium oxysporum f. sp. melonis (kanteloep)
Fusarium oxysporum f. sp. niveum (watermeloen)

Deze schimmels kunnen in elk stadium van de ontwikkeling van de plant de gastheersoorten infecteren. Rotten voor het opkomen en omvallen kunnen voorkomen bij lage bodemtemperaturen [18–20ºC (64–68ºF)]. Infectie van oudere planten komt echter vaker voor. Verwelkte bladeren kunnen chlorose vertonen en later necrose tussen de nerven. In eerste instantie verwelken een of meer uitlopers en later de hele plant. In bepaalde gevallen treedt plotselinge inzakking op, zonder chlorose van het blad. Volwassen geïnfecteerde planten met een grote hoeveelheid vruchten zijn gevoelig voor inzakking van de plant. Bij geïnfecteerde planten kan aan de basis van de stengel witte myceliumgroei zichtbaar zijn. In zowel de wortels als de stengel kan vaatverkleuring worden aangetroffen. In gevorderde stadia beginnen de wortels te ontbinden, wat de dood van de plant tot gevolg kan hebben.

Fusariumverwelking wordt bevorderd door hoge bodemtemperaturen. Verwelking van de lagere bladeren treedt op bij hoge temperaturen [25–28ºC (77–82ºF)] en de bladeren herstellen zich bij lagere temperaturen. De schimmel overleeft als chlamydosporen in de bodem en in plantenresten. De chlamydosporen worden gemakkelijk verspreid in de grond en in resten tijdens het cultiveren van velden, via irrigatiewater, in door de wind verstoven grond en door medewerkers.

Verbouw van alle komkommerachtige soorten resistente variëteiten, indien verkrijgbaar.

Volle grond: enten op een resistente onderstam (bijv. Cucurbita ficifolia). Gebleken is dat solarisatie van de bodem gunstig is in licht tot matig besmette velden. Het in stand houden van een bodem-pH van 6,5 en gebruik van een NO3-stikstofbron kunnen de incidentie en ernst van de ziekte beperken. Voer een hygiëneprogramma voor apparatuur en medewerkers in om verplaatsing van de ziekteverwekker tussen de velden te bestrijden. Wisselteelt met andere gewassen dan komkommerachtigen gedurende minimaal vijf jaar kan in sommige gevallen tot bestrijding leiden, maar het is niet altijd een doeltreffende strategie vanwege de lange overleving van chlamydosporen in vele grondsoorten.

Beschermde teelt: voer een strikt hygiëneprogramma in voor arbeiders, gereedschap, apparatuur en structuren. Verbouw gewassen in kunstmatig substraat en gebruik substraat niet opnieuw. Ent gewassoorten op een resistente onderstam (bijv. Cucurbita maxima, Cucurbita ficifolia). Verzamel en verwijder snoeiafval van de locatie of vernietig het door verbranden of begraven. Verwijder geïnfecteerde planten zodra ze ontdekt worden. Gewasproductie in koelere maanden kan de incidentie en ernst van de ziekte beperken omdat lagere temperaturen niet bevorderlijk zijn voor Fusarium verwelking.