Door het zonnige en droge weer slijten de gewassen sneller. De etmaaltemperaturen kwamen soms zelfs hoger uit dan voorspeld. Wat voor effect heeft dat gehad op de komkommers? In deze teelttip leest u daarover. En over de marktsituatie, teelten, snoeibeleid en andere nuttige actualiteiten.
Marktsituatie
De prijsvorming laat wat te wensen over de laatste tijd. Ondanks dat komt er wat ruimte in de markt. Dat heeft te maken met de vele teeltwisselingen die momenteel plaatsvinden.
Teelten
De jonge gewassen staan er fris bij, de wat oudere vanzelfsprekend iets minder.
Hogedraad:
De oudere eerste teelten gaan er de komende weken uit of zijn al gewisseld. Probeer de nieuwe teelt in een schone kas te starten. Een goed begin is het halve werk! Het is belangrijk dat de ziektekiemen worden opgeruimd en de nieuwe teelt met voldoende inzet van biologie start. Maak in het begin van de nieuwe teelt voldoende tempo. Het is een beetje afhankelijk van de buitenomstandigheden, maar tot aan de eerste bloei is het bij de meeste rassen niet nodig een voornacht in te stellen, laat staan een diepe. Er moet wel een duidelijk verschil zijn tussen dag- en nachttemperatuur.
Ga bij de eerste bloei, op het 5e of 6e blad, iets terug in de voornacht om de vrucht sterk te houden. Een goede fabriek met voldoende wortels is essentieel voor de productie . Daarom is het advies om niet gelijk voor de volle belasting te gaan, maar op lichtsom te snoeien, ondanks dat een jonge plant veel kan hebben.
In het begin van de teelt kan het scherm wat makkelijker op straling dichtgetrokken worden. Start op de dag van het planten bij >450 Watt instraling en verhoog dit iedere dag of om de dag met 50 Watt, tot 600 Watt zonder krijt en 650 Watt met krijt. Als het gewas vol in productie is, wordt duidelijk of het gewas generatief of vegetatief staat. Aan de hand daarvan kan worden bepaald hoeveel schermen nodig zijn.
Traditionele teelt:
Ook de traditionele plantingen vinden momenteel plaats. Sommigen kiezen voor tussenplanten, zeker nu de prijs iets positiever is. Een voorwaarde voor tussenplanten is dat er niet te veel rotzooi in het oude gewas zit. Spint, trips, luis, meeldauw etc. zal snel overgaan op het jonge gewas, met alle gevolgen van dien. Daarbij is het belangrijk dat er nog een beetje potentie in het oude gewas zit. Als er geen vrucht inzit, heeft het weinig zin. De winst in het oude gewas is meestal een verspilling in het nieuwe gewas. Het jonge gewas rekt wat sneller tussen het oude gewas met minder stamblad, wat in potentie minder stamkomkommers oplevert. Ook de kwaliteit van de oude komkommers laat wel eens te wensen over. De komkommers komen vanwege het plotseling schraalwordende klimaat in veel licht te hangen, wat de kwaliteit niet ten goede komt. Het zijn vaak zwarte komkommers die van een tussenplanting geoogst worden.
Net als bij de hogedraad kan/moet er in het begin van de teelt tempo gemaakt worden tot eerste bloei. Daarna kan er voorzichtig met een voornacht gewerkt worden. Tot aan de eerste bloei en het zetten van de eerste vruchten is het niet nodig een minimumbuis te hanteren want vocht is geen probleem. In deze fase is temperatuur belangrijker. De plant is te klein om klimaat te maken dus de ramen knijpen op vocht heeft eerder een negatief dan positief effect. Een klein plantje verdampt te weinig om de kas te koelen.
De vorige teeltactualiteit is hier nog steeds van kracht:
Houd het simpel bij start nieuwe teelt. Stook de kas naar 21 graden∞ met zon op en naar 19 graden∞ 1 tot 2 uur voor zon onder. De ventilatie kan naar 1 graad boven de stook en in de middag naar 2 graden. Het wordt vanzelf warm met dit weer. Een komkommerplant houdt niet van kastemperaturen hoger dan 26 tot 28 graden.∞ Zolang het vocht op orde is, is er geen probleem. Alhoewel dat bij een kleine plant vrij lastig.
Er zijn ook nieuwe teelten die aan de draad zijn of waar zelfs de ranken al liggen. Let bij deze teelten op dat er bij het uitgroeien van de laatste stamvruchten ook makkelijk wordt geschermd op straling. Anders worden de koppen warm, verdampen ze minder en groeien de laatste komkommers zo snel dat ze makkelijk het vocht weghouden. Vocht dat eigenlijk bestemd is voor de eerste rankvruchten. Het kan abortie van de kleine vruchten tot gevolg hebben.
Eenmaal in de fase van de ranken toppen is het belangrijk om de secundaire rank goed in de gaten te houden. De hoofdrank kan wat later getopt worden als de secundaire rank snel komt. Top iets korter als het wat langer duurt, maar altijd 3 tot 4 bladeren onder de draad. Ook bij het toppen van de rank is vaak te zien dat de laatste 2 vruchten van de rank aborteren vanwege de onderbreking van sapstroom.
Klimaat en snoeibeleid:
De langste dag is alweer geweest, en dat betekent minder licht. Toch kan het nog flink warm worden, waardoor het etmaal al snel te hoog uitkomt in verhouding tot het licht. Probeer hierop te sturen door de voornacht wat lager en langer in te stellen. Zo wordt de plant belast in verhouding tot de hoeveelheid licht. Rassen met veel bladeren tot aan de draad, en dan zeker geteeld op de grond en niet op een goot, nodigen uit tot maximale belasting. Het gevaar is dan dat de rank niet of nauwelijks komt, wat we in sommige hele kassen zien. In veel kassen is er geen, of een zwakke rank met een gat van 2 weken. Het advies is om 11 tot 14 stammers aan te houden, afhankelijk van het licht. Dat is altijd terug te zien op de rank.
Stuur de hogedraad- en de traditionele teelt op vruchtselectiviteit door de temperaturen wat uit elkaar te trekken. Dus warm in de middag en wat koeler in de voornacht. Zo bloeien de vruchten netjes in volgorde en niet allemaal tegelijk. Een vlak gestookt gewas is altijd minder selectief.
Sturen op LAI (Leaf Area Index) is nog altijd aan te raden. In deze tijd van het jaar gaat de LAI van 2,5 naar 3,0. Het blad van de oudere gewassen wordt wat kleiner. Om de juiste LAI na te streven kan er wat meer blad aan de plant blijven. Normaal gesproken zijn 55 tot 60 bladeren/m2 voldoende.
Energie
De gasprijzen stabiliseren. Er is een lichte stijging te zien. Azië is sterk vragend en dat drijft de prijs op. Aan de andere kant initieert Noorwegen gasboringen. Al met al is het moeilijk te voorspellen hoe de komende maanden eruit gaan zien. WKK-gebruikers kunnen met handel van gas en elektra op dagbasis nog aardig zakendoen. Voor ketelgebruikers is het een rekensom: wat mag het kosten? De winter is onzeker maar vanaf eind maart, begin april kan er best aardig geteeld worden met lage gasinput.
Schermen
In principe is schermen op buitentemperatuur op dit moment niet nodig. Pas bij gebruik van het scherm van nieuwe teelten op dat de kastemperatuur niet te hoog wordt. Zolang de ingestelde temperatuur gehaald wordt en het vocht is in orde is, is er geen probleem. Een komkommergewas onder een gesloten scherm slijt erg snel bij verkeerd gebruik.
Schermen op straling is nog wel nodig. En ook bij een traditionele oogst, waarbij de stam bijna leeg geoogst is en er nog 2 tot 4 stammers bovenin zitten. Deze vruchten groeien zo snel dat ze het water/voeding weghouden van de eerste vruchten op de nieuwe rank. Om aborteren te voorkomen is het belangrijk om de verdamping, het watertransport, in de plant op peil te houden door tijdelijk het scherm 70 tot 80% te sluiten >550 Watt. In ieder geval tot de stam leeg is. Dit geldt ook voor de laatste 4 komkommers in de hoge draadteelt. Tel er 50 Watt bij als er een krijt of coating op het dak ligt.
Teelttip Merlice, Marinice en Grandice
Elke maand delen wij tips voor de teelt van Merlice, Marinice en Grandice. Wilt u die rechtstreeks in uw mailbox ontvangen? Meld u dan meteen aan!
Watergift
De strategie blijft hetzelfde: start afhankelijk van het teeltmedium 1,5 tot 2 uur na zon op en stop 1,5 tot 2,5 uur voor zon onder op steenwol. Op perliet en kokos kan 1,5 uur na zon op tot 1,5 tot 2 uur voor zon onder aangehouden worden. Bij erg warme omstandigheden en droog substraat is een aanvullende avondbeurt nog een optie, maar geef na 23:00 uur geen water meer.
Laat de watergift afhangen van de teeltfase. Een vol producerend gewas heeft al snel 2,5 tot 3,0 ml/Joule nodig. Oftewel 25 tot 35% drain. Een net geplant gewas heeft 0,5 tot 1,0 ml/Joule nodig. Naarmate de teelt vordert, bouwt de gift op:
| Periode: | ml/Joule |
| 1e week | 0,7 – 1,0 |
| 2e week | 1,0 – 1,5 |
| 3e week | 1,5 – 2,0 |
| 4e week | 2,0 – 2,5 |
| 5e week | 2,5 – 3,0 |
Probeer ‘s-morgens in 3 tot 5 grotere beurten op niveau te zijn en ga daarna door op de dag met kleinere beurten. Ongeveer 4 uur na zon op kan de eerste drain gerealiseerd worden. Dit is 1,5 tot 2 uur na de eerste beurt. Met erg warm weer is het ook warm in de kas, dan is 35 tot 40% drain prima. De plant heeft voldoende water nodig. Let op: bij een gesloten systeem moet het drainwater hergebruikt worden. Te veel drainwater terug in de gift zorgt voor onbalans in de aangeboden elementen. Het is dus aan te raden om regelmatig een analyse te maken van gift en drainwater.
Streef een EC van 3,0 tot 3,5 na in de mat en drain. Bij erg warm weer en veel verdamping is een gift EC 2,3 geen enkel probleem.
Een nieuwe teelt kan met een calciumschema gestart worden, om daarna langzaam naar meer kali te sturen vanaf groei eerste vrucht. Het is niet nodig om in het begin onnodig veel kali te geven. Met meer water neemt ook het drainvolume toe. Dit water wordt hergebruikt, dus het is belangrijk dat de balans van de diverse meststoffen regelmatig gemonitord wordt.
In nieuwe teelten ligt pythium op de loer. Wees voorzichtig met te veel, te weinig, te warm of te koud water. Zeker in een lege kas warmt het substraat snel op en daardoor zijn de planten extra gevoelig. Druppel tijdig iets mee, zelfs als er nog geen pythium te zien is. Er zijn tegenwoordig genoeg toegestane (preventieve) middelen op de markt. Aangieten met een ecuratief middel bij het zien van een aantasting werkt ook goed. Als de kas een paar dagen leeg is vóór de nieuwe teelt, wordt aangeraden om dagelijks een beetje water te verversen in de mat. Dit zorgt voor afkoeling en voorkomt uitdroging.
CO2
Ga hier zuinig mee om! Een nieuwe, jonge teelt heeft minder CO2 nodig. Doseer alleen in de ochtend wanneer de vochtbalans nog redelijk is. Bij een laag vochtgehalte neemt de stress in de plant toe, sluiten de huidmondjes, neemt de verdamping af en is de CO2-opname minimaal.
Bij VD >9,0 is de verdamping al lastig, maar bij VD >12 heeft doseren waarschijnlijk geen zin meer.
Problemen
Met het warme weer neemt de druk van buitenaf ook weer toe; spint, luis en trips zijn volop te vinden. Een biologische adviseur kan helpen met het opstellen van een plan voor het opstarten van de nieuwe teelt.
Bij een chemische correctie is het belangrijk het juiste moment te kiezen. Spuit nooit als er te veel straling is. Bij de meeste middelen geldt: hoe langer het gewas nat is, hoe beter de werking. Stop met spuiten wanneer de straling >130 Watt is. De pH van het spuitwater is ook belangrijk. De middelen geven het beste effect bij een vloeistof pH van 5,5 tot 6,0. Bij een te hoge pH gaat de werking sterk achteruit.